(Anti)sociaal?

De sociale vaardigheden van antisociale jongeren trainen

Het is niet altijd mooi, gezellig of leuk om met jongens in jeugddetentie te werken. Er heerst veel problematiek en die kan soms ook tegen je gericht worden, maar ook dan valt er nog voldoening te behalen, want uiteindelijk ben je gericht op de progressie en het resultaat op de langere termijn.

 

Jongeren met problematiek

Iedere jeugdinrichting heeft een eigen specialisme. Binnen de jeugdinrichting waar ik werk, is dat psychiatrie. Zo hebben we de FOBA (forensische observatie en behandel afdeling). Dit is een afdeling waar jongeren met een acute crisis én een psychiatrische stoornis zoals een psychose of suïcidale gedachten worden geplaatst. We noemen het ook wel de crisisafdeling. Stabilisatie gebeurt door middel van therapie, rust en medicatie. Eenmaal stabiel dan verblijven ze nog een tijdje op de afdeling FOBA ‘stabiel’ voor ze doorgaan naar een VIC groep (very intensive care - 3 groepen met ieder hun eigen specialisme) of een reguliere groep. Dit is ook het moment dat jongeren weer naar school gaan. Bij de reguliere groep doen zij dat in een gemengde klas, bij een VIC-groep veelal met hun eigen groepsgenoten in een eigen klas om het zo prikkelarm als mogelijk voor ze te houden. Deze leefgroepen en klassen zijn ook wat kleiner om zo meer individuele aandacht te kunnen bieden. De meeste jongeren op een VIC groep hebben een pij-maatregel opgelegd gekregen (plaatsing in jeugdinrichting, ook wel jeugd-TBS genoemd).

 

Samenwerking tussen zorg en onderwijs

Als docenten mogen we een voorkeur voor reguliere of VIC groepen indienen en hier wordt zoveel als mogelijk rekening mee gehouden. Het zijn toch heel andere doelgroepen en het werkt het beste als de doelgroep je ook beter ligt. Ik geef zelf les aan beide, maar ik vind de VIC wel erg leuk omdat ik hier meer individuele aandacht aan mijn leerlingen kan bieden, de jongeren vaak langer verblijven en je ze daardoor beter leert kennen. Onderdeel van het behandelprogramma op alle (ook reguliere) leefgroepen is de sociale vaardigheidstraining (SOVA) die twee keer per week plaatsvindt. Dit is een samenwerking tussen justitie (zorg) en de school (onderwijs). Zelf geef ik de SOVA aan de jongens op een VIC groep met als specialisme antisociaal en psychotisch gedrag. Antisociaal gedrag wil zeggen: het zien van anderen als mogelijkheid tot uitbuiting of gebruik voor eigen gewin, bovengemiddeld agressief gedrag, vaak in gesprekken gericht op strijd voeren, prikkelbaar, impulsief of roekeloos gedrag en vaak ook een onverschillige houding. Empathie ontbreekt (nihilisme) of is minimaal aanwezig. Best een uitdaging maar ook een grote noodzaak om sociale vaardigheden aan te leren dus!

 

Groepsdynamiek

Zo had ik een SOVA die ging over seksualiteit: grenzen, het menselijk lichaam, risico's, wensen afstemmen enzovoorts. De informele leider in de groep zat niet lekker in zijn vel en besloot meermalen de radio aan te zetten tijdens de training. Dit werd begrensd maar hij raakte daardoor in spanning (''wie ben jij om mij te vertellen wat ik wel en niet mag'' is dan vaak de gedachte). De kans om een time-out (even uit de situatie stappen zonder negatieve consequentie) die aangeraden werd om in te zetten sloeg hij af. Twee andere jongens gingen mee in de negatieve sfeer die er hing. Je ziet dan dat ze gebruik maken van de groepsdynamiek door elkaar continu aan te vullen, telkens met nieuwe dingen te komen en zo proberen jou tot een inhoudelijke discussie te verleiden om aan hun gerief te komen. Het enige dat je op zo’n moment kunt doen is een ultimatum stellen: “of je doet positief mee of je kan naar je kamer met een rapport (ze worden dan later gehoord en krijgen een sanctie opgelegd zoals bijv. geen stroom op kamer waardoor er geen tv kan worden gekeken in de avond tot aan de  isolatiecel in hele heftige agressieve gevallen of ingrijpend: het intrekken van verlof voor resocialisatie of bezoek afzeggen, altijd gevolgd door een ''herstelgesprek''). Gelukkig kozen ze voor het rechte pad maar de sfeer was wel wat grimmig. Ook dit wordt op zo’n moment niet geaccepteerd. Het beïnvloedt bewust of onbewust de groep. Of je bent “aan”, of je leert je eigen grens kennen en bent “uit”, maar “sfeer zetten” wordt nooit geaccepteerd. Er wordt dan wederom een grens aangegeven. Wat je ziet gebeuren zijn soms uitingen als “ik ga niet doen wat jij nu van mij vraagt” tot “als je mij in sanctie gaat zetten zal je het zien wat er gebeurt” met verbale tot fysieke agressie en alarmsituaties, gemompel en instemming, of acceptatie. Uiteindelijk verbeterde het in dit geval dan ook wat toen de groep geconfronteerd werd en inzag dat ze er niet mee weg zouden gaan komen.

 

Antisociaal gedrag

Diezelfde dag hadden de heren een workshop van Young in Prison (organisatie van buiten de school die allerlei (creatieve/sportieve) activiteiten met ze onderneemt). Ik sloot aan en had vanwege de thema-week die we hadden iets te drinken en snoep bij me. De jongens kwamen het lokaal binnen en vroegen meteen: “wat doe jij hier?!” met een negatieve, veroordelende toon. Aan dit gedrag hoeft niks voorgevallen te zijn. Het kan er ineens zijn. Soms hebben ze een klein iets uitvergroot. Alles kan. Het enige dat je dan kan doen is: begrenzen, wijzen op eigen gedrag, wijzen op eventuele consequentie als het niet stopt en het gewenste gedrag aangeven. Ik reageerde dan ook: “hetzelfde als jullie, ik sluit aan bij deze workshop en laten we het gezellig houden; ik heb vandaag lekkere dingen bij me dus kom op mannen”. Het antwoord: “Nou dat kan je toch achterlaten, dat doet de AH bezorger ook. Maar beter ga jij gewoon weg!”. Ik gaf aan: “Zie je AH op mijn shirt staan? Nee! Dit is mijn lokaal nota bene, jullie zijn hier te gast. We kunnen er een leuk lesuur van maken en anders is daar het gat van de deur”. Het antwoord: “Door jou wordt de sfeer verpest”. Mijn antwoord: “Jullie zijn degenen die deze sfeer neerzetten, dus nogmaals: bij deze de keuze om mee te doen en respectvol te blijven of weg. Kies maar!” en ik zei hun namen één voor één op om ze te confronteren en een keuze te laten maken. Ze kozen er allen voor te blijven. Daarop stelde ik: “je maakt een keuze voor dit hele lesuur, draait je gedrag weer terug, dan ga je er alsnog uit want dit gedrag wordt niet geaccepteerd”. De afleiding van de workshop-begeleider trok het gedrag redelijk recht. Ook was er een goede samenwerking met de groepsleidsters die dit zagen aankomen naar aanleiding van de sfeer in de ochtend en op de gang hadden staan meeluisteren. Zij besloten in te stappen en ook bij de workshop aanwezig te blijven. Dit maakte dat de jongens wisten dat iedereen op een lijn lag en er geen ruimte te behalen was. Door de enthousiaste workshop-begeleider werd het nog een redelijk gezellig uur. Desondanks bleef de sfeer naar mij neutraal. Waarom? Dat weet je nooit. Van het ene op het andere moment kan je de pispaal zijn en morgen is het je collega. Daarbij betreft het een VIC-groep en de jongens zaten er sowieso al niet zo lekker bij de afgelopen tijd. Dan kan dit gedrag ook versterken. Het ebt vanzelf weer weg en zo niet, dan komen we vanzelf weer tot een gesprek. En natuurlijk is er een verschil tussen gedrag vanuit emotie en gedrag dat wordt ingezet. Dit is een kwestie van aanvoelen en de context van de jongere of de situatie kennen.

 

Begrenzen, begrenzen en nogmaals begrenzen

De groepsleidsters hebben het op deze dag op de leefgroep aardig te stellen gehad met de heren en de jongens zaten dan ook vroeg in de avond op kamer door de sancties die al of alsnog zijn gevallen. Leuk is dit niet, je wil die negativiteit niet en je wil ze al helemaal niet op kamer opsluiten, maar het hoort erbij. Als dit gedrag niet doorbroken en omgebogen wordt naar het gewenste gedrag, dan zijn deze jongeren een gevaar voor de maatschappij. Zij hebben dan een vrijbrief om geweld, verbale agressie en dwang in te zetten om hun zin te verkrijgen. Zij zullen moeten leren om hun wensen, behoeften en spanningen te herkennen zodat ze op een adequate manier hiermee om leren gaan. Dit door bijvoorbeeld uit de situatie te stappen of door een gelijkwaardig gesprek te voeren. Soms is het even de grens duidelijk aangeven en de touwtjes wat strakker aantrekken.

 

De weg naar herstel

In eerste instantie roept een begrenzing of sanctie boosheid op. De schuld ligt al snel bij jou. Maar als je dan eenmaal met ze in een ''herstelgesprek'' gaat dan zie je dat het even afstand nemen van de situatie ook inzicht biedt. Waar ging het fout? Wat was jouw aandeel? Hoe kun je dit anders oplossen? Heb ik iets gedaan waar ik rekening mee kan houden voor jou? Wat is je trigger? Hoe kunnen we daaraan werken? Was het zo bedoeld? Kan ik je ergens bij helpen? Samen maak je in het herstelgesprek afspraken voor het vervolg. Dit biedt veiligheid, zekerheid en voorspelbaarheid. Iets dat deze jongens goed kunnen gebruiken en in hun jeugd veelal hebben gemist. Gaat het dan mis, dan kun je teruggrijpen op het gesprek, inzicht bieden en helpen de juiste keuze te maken.

 

En voor je het weet zijn ze je dankbaar, staan ze je weer als een stel jonge losgeslagen pubers een gek zelfbedacht dansje aan te leren op hun zelfgemaakte beat en liggen ze in een lachstuip met je. Het gaat met pieken en dalen op de VIC en samen werken we eraan om de pieken hoger te maken en de dalen minder diep in de hoop dat deze jongens, die meestal zo geworden zijn door een samenloop van omstandigheden, met de juiste sociale vaardigheden terug de maatschappij in te laten gaan zodat ze geen gevaar meer zijn en bovenal zelf een betere en stabielere toekomst tegemoet gaan. Diegenen bij wie het echt niet lukt, daarvan kan sinds 2014 de pij-maatregel omgezet worden in volwassen TBS. Gelukkig is dit vaker niet dan wel nodig.

 

Rating: 5 sterren
1 stem

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.