De laatste schooldag. Morgen doen we nog een rondje groepen om gedag te zeggen en hebben we het teamuitje.
Na wat onenigheid besloot ik alvast op een van de afdelingen langs te gaan om een goede afsluiting met een van mijn leerlingen, Y, te maken.
Op zijn groep bevindt zich ook mijn oud leerling X. Toen X bij ons binnenkwam werd hij bij mijn collega en mij in het arbeidstrainingscentrum geplaatst en hier hadden we direct een goede klik. Je mag als docent natuurlijk geen voorkeursbehandeling aan leerlingen geven maar X is stiekem altijd mijn lievelingsleerling geweest. Een jongen met een heel pittig delict maar met een verhaal waar je 'u' tegen zegt. Het is één van de weinige keren dat ik begrip heb voor een leerling zijn daad, al zal de daad zelf natuurlijk nooit gerechtvaardigd kunnen worden. De band die ik met deze leerling voelde leek direct al wederzijds en tijdens al zijn ups en downs voerden we mooie gesprekken. Gesprekken over zijn emoties en gevoelens, waar het mis was gegaan en zijn berouw. Berouw voor zijn slachtoffer.
Toen hij na 1,5 jaar uit het arbeidstrainingscentrum wegging om aan een schooldiploma te gaan werken in een andere leerlijn, deed dat van 2 kanten best wel een beetje zeer. Daarom bleef ik hem regelmatig opzoeken op zijn woongroep zoals we met elkaar hadden afgesproken.
Helaas leeft op zijn woongroep ook de leerling voor wie ik vandaag langskwam. Een druktemaker die zich moeilijk kwetsbaar op kan stellen en altijd de draak heeft gestoken met de band die X en ik hadden. Individueel een leuke leerling maar in sociale situaties een draak. Op een gegeven moment ging hij de band met X zelfs koppelen aan liefde, zich niet beseffende dat hij daarmee niet alleen roddels de wereld in hielp die enorm veel schade kunnen aanbrengen, maar onbewust ook de band tussen X en mij moeilijk maakte. Even langskomen om te praten werd een awkward situatie waar X door deze groepsgenoot uitgelachen werd en nageroepen: "je bent verliefd op haar". X had het daardoor moeilijk om zich nog langer naar me open te stellen. Ik respecteerde dat en liet het. Wel bleef ik hem begroeten en benoemen dat ik er voor hem was.
Toen ik zojuist op de groep was, knielde ik even naast Y om in gesprek te gaan, waarop X zijn kans schoon zag om te zeggen: “zo hee Y, knielt ze nou voor je?” Y keek wat ongemakkelijk waarop ik lachend zei: “kijk Y, nu pakt X jou eens terug zodat je weet hoe dat voelt”. Y lachte ongemakkelijk. Daarna maakte ik een altijd weer awkward praatje met X en vertrok.
Eenmaal bij de deur van de groep, uit het zicht van Y rende ineens X achter me aan en spreidde zijn armen om me te omhelzen. “Ik ga je missen deze vakantie Wendy en ik mis je als mijn docent”. Ik antwoordde: “We weten dat de band goed is en dat als er iets is je altijd bij me terecht kunt, dat wordt niet verpest door je groepsgenoot. Ik ben blij dat je even naar me toekomt. We staan er hetzelfde in en ik zal er altijd voor je zijn. En ik mis jou ook als mijn leerling”. Normaliter ben ik voorzichtig wegens afstand-nabijheid. Maar ditmaal spreidde ik mijn armen en gaf hem een dikke knuffel terug; er bestaat ook nog iets als menselijkheid.
Wat een onverwachte maar mooie en geruststellende afsluiting van mijn schooljaar. Het blijft mensenwerk. ❤️
Reactie plaatsen
Reacties